Hoelang duurt het zwangerschapsverlof?
Het zwangerschapsverlof duurt in totaal 15 weken, of 17 weken voor een meerling. Dit verlof kan op verschillende manieren worden gespreid.
- De rust kan ingaan vanaf de 6de week (de 8ste week indien je een meerling verwacht) voor de vermoedelijke bevallingsdatum. Dit noemt men de prenatale rust of de zwangerschapsrust.
- De resterende 9 weken (11 weken bij een meerling) mag je alleen na de bevalling opnemen. Dit is de postnatale rust of de bevallingsrust.
- Blijf je toch werken tijdens de voorziene prenatale rust? Dan kun je deze dagen overdragen naar de periode van postnatale rust. Je bent echter verplicht om één week voor de vermoedelijke bevallingsdatum verlof te nemen. Je kunt dus maximaal 5 weken naar de postnatale rust overzetten.
Heb ik recht op een uitkering tijdens mijn zwangerschapsverlof?
Ja. Tijdens deze periode krijg je een uitkering van je ziekenfonds. De eerste 30 dagen bedraagt het kraamgeld 82% van je brutoloon. Vanaf de 31ste dag wordt dit 75%.
Wat gebeurt er als ik ziek word tijdens mijn zwangerschap?
Als je ziek wordt voor de 6 weken prenataal verlof (8 weken voor een meerling) zijn de normale regels van toepassing, ook al heeft je ziekte te maken met je zwangerschap.
Als je ziek wordt tijdens de facultatieve 6 weken prenataal verlof, dan wordt dit ook aanzien als prenataal verlof.
Wat gebeurt er als mijn baby te vroeg wordt geboren?
Als je baby wordt geboren voordat je het verplicht prenataal verlof van 7 dagen hebt opgenomen, gaan deze dagen verloren. Je behoudt echter wel het recht op je 5 weken (7 weken voor een meerling) facultatief verlof, goed voor een totaal van 14 weken postnataal verlof (16 weken voor een meerling).
Wordt je kindje geboren tijdens de 7 dagen verplicht prenataal verlof? Dan kun je de resterende dagen evenmin overdragen.
Wat gebeurt er als mijn baby te laat wordt geboren?
Als je baby te laat wordt geboren, zijn er twee mogelijkheden.
- Je hebt gebruikgemaakt van de 6 weken facultatief verlof voor de geboorte. De laattijdige geboorte van je baby verlengt deze verlofperiode. Je kunt dus genieten van bijkomende verlofdagen.
- Je hebt geen gebruikgemaakt van het volledig prenataal verlof van 6 weken omdat je dit wou overdragen naar het postnataal verlof. Als gevolg daarvan zal je minder verlofdagen kunnen overdragen dan verwacht.
Kan ik borstvoedingsverlof opnemen?
Er bestaat nog steeds geen algemene regeling voor borstvoedingsverlof. Ook hier zijn er twee mogelijkheden.
- Het profylactisch BV-verlof wordt je omwille van medische redenen opgelegd (bv. door risicofactoren op je werk). Hiervoor ontvang je van je ziekenfonds een uitkering van arbeidsongeschiktheid.
- Het BV-verlof kan ook individueel worden toegestaan door je werkgever. Zelfs als er geen medische redenen zijn en de werkgever niet verplicht is het BV-verlof te geven, is er nog steeds zijn goodwill. Vanzelfsprekend zal dit verlof onbezoldigd zijn.
Hoelang duurt het borstvoedingsverlof?
Het BV-verlof kan toegestaan worden voor een maximumduur van 5 maanden, te rekenen vanaf de dag van de bevalling.
Heb ik recht op ouderschapsverlof?
Ja. Beide ouders kunnen hun ouderschapsverlof opnemen tot het kindje 12 jaar is.
Er zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden. Zo moet je minimaal 1 jaar tewerkgesteld zijn en moet je het ouderschapsverlof 3 maanden op voorhand aanvragen. Je werkgever heeft wel het recht om je verlof eenmalig met maximaal 6 maanden uit te stellen.
Heb kan ik mijn ouderschapsverlof opnemen?
Dat kan in drie verschillende termijnen:
- 3 maanden voltijds;
- 6 maanden halftijds of
- over een periode van 15 maanden.
Dit komt dan overeen met een 4/5de systeem van werken.
Je kunt de 3 verschillende termijnen ook combineren, bijvoorbeeld 1 maand voltijds, 2 maanden halftijds en vijf maanden 1/5de.
Heeft de papa ook recht op ouderschapsverlof?
Ja. Het vaderschapsverlof telt 10 dagen, op te nemen binnen een termijn van 4 maanden na de bevalling. Daarvan worden 3 dagen door de werkgever betaald (100%) en 7 dagen door het ziekenfonds (82%).
Wat moet ik doen als ik mijn werk hervat?
Wanneer je terug begint te werken, moet je dit melden aan je ziekenfonds. Dit doe je door de kaart van werkhervatting te laten invullen door je werkgever en deze vervolgens op te sturen naar je ziekenfonds.